Yuko Shimizo

Door Tom Ronse

Dit is de veertiende en wellicht laatste aflevering in de serie “Heeft het gedrukte boek nog een toekomst?” De vorige aflevering vind u HIER.

Voor wie de vorige aflevering niet gelezen heeft: blovels zijn romans of novellen die in afleveringen gepubliceerd worden op een blog, al dan niet door meerder auteurs geschreven. De blovel bloeide in het eerste decennium van deze eeuw maar het enthousiasme voor dit formaat is sindsdien danig bekoeld. Dat wil niet zeggen dat er geen blovelaars meer zijn.  Wie zoekt, vindt ze op het web nog heel wat auteurs die in blogvorm literatuur produceren. Omdat ze in het traditionele literaire circuit van tijdschriften en uitgeverijen geen plaats vinden of omdat ze om welbepaalde redenen de blogvorm verkiezen.

Nina Amir

“Blog Your Way to a Book Deal,” schreef Nina Amir in Writers Digest . Voor een nog onbekende auteur is de blovel volgens haar het ideale startpunt want je kunt je publiek  werven terwijl je schrijft. Als het af is, maak je van je blog een blook (een e-book) . “You’ll build platform—a loyal fan base of readers eager to purchase the book you are blogging.” Ze raadt aan om een vijfde van het manuscript niet in je blog te publiceren, zodat je blook voor de volgers van je blog een meerwaarde heeft. Via distributiekanalen als Amazon kun je dan een wereldwijd publiek vinden. Ze geeft zichzelf als voorbeeld: “I’ve self-published several ebooks, all of which have made it onto the Amazon Top 100 right away. In fact, I’ve had as many as six books on the same Amazon Top 100 list at the same time and a total of nine Amazon bestsellers!”

Haar blooks gaan vooral over hoe je moet bloggen, zoals How to Blog a Book  en The Author Training Manual : A Comprehensive Guide to Writing Books That Sell. Daarin geeft ze adviezen zoals, laat de afleveringen (posts) van je blog elkaar snel opvolgen zodat je de aandacht van je lezers niet verliest en breek langere hoofdstukken op in korte posts van 300 tot 500 woorden. Je moet ervan uitgaan dat de hedendaagse lezer weinig tijd en geduld heeft. Ze heeft allerlei adviezen over hoe je je blog bekend kunt maken. Ze doet het allemaal heel gemakkelijk lijken. Drie maanden bloggen is genoeg materiaal voor een boek. “Short books are your ticket to branding, expert status, customers and clients, and cash!”

 

Anoniem

Er zijn ook gevestigde auteurs die de blovel-vorm interessant vinden. Het kan een manier zijn om een verhaal te vertellen waarvan je zelf nog niet zeker weet hoe het zal aflopen.  Je bent nieuwsgierig naar de reacties van lezers en laat die een invloed hebben op het verloop van het verhaal.

Een bekend voorbeeld is de Argentijnse schrijver Hernán Casciari.  Zijn eerste blovel, ‘Más respeto que soy tu madre‘ (2005) (“Meer respect want ik ben je moeder”)  was het zogezegde dagboek van een Argentijnse huisvrouw.

Hernan Casciari

Haar vele problemen (het is crisis, haar man is werkloos, haar zonen zijn onuitstaanbare tieners, haar zwager is een junkie, enz.) zijn met veel humor beschreven. Mede dank zij reclame op de ‘sociale media’ werd de blog een groeiend sukses. Gedurende zijn negen maanden durende looptijd kreeg hij ruim 80.000 commentaren van lezers. Daarna werd de blovel een bestseller en zelfs een theaterstuk.

Sindsdien schreef Casciari nog verschillende andere blovels, waaronder ‘Yo y mi garrote, historia de Xavi L.’ dat in 75 afleveringen verscheen op de website van de Spaanse krant El Pais. Al zijn blovels zijn in de ik-vorm en in de tegenwoordige tijd geschreven (een must, volgens blovel-puristen) en telkens bleef de auteur anoniem tot het verhaal af was. Vele lezers van “Mas respeto…” verkeerden lang in de waan dat het een echt dagboek  was. Ze gaven Mirta, de huisvrouw, goede raad en steunbetuigingen die Casciari las alvorens het vervolg te schrijven. Ook hij wist niet hoe het zou eindigen.  “Het moeilijkste was voorkomen dat iemand zou ontdekken dat ik de auteur was”, zei hij in een interview. “Als dat gebeurd zou zijn, dan had ik moeten stoppen.”

Illustratie uit “Xavi L”

Het internet maakt anonimiteit gemakkelijk. Vele blovelaars kiezen ervoor want anominiteit geeft de auteur de vrijheid om te schrijven wat hij wil, zonder rekening te houden met eventuele gevolgen voor zijn of haar reputatie en zonder de lezers op te zadelen met een vooropgezet idee over de stem die ze in hun verbeelding horen en waarop ze reageren.

 

Nederlandstalig

In ons eigen taalgebied wordt er niet druk gebloveld. Toch vond ik enkele interessante voorbeelden. Zoals Sammy .

Sammy is de naam van de vorige bewoner van het huis waarin blogger Anker Tong met zijn gezin een intrek heeft genomen. In het tuinschuurtjee heeft Tong een koffer met manuscripten van Sammy gevonden. Daaruit probeert hij diens leven te reconstrueren. Hij wordt daarbij geholpen door zijn buurvrouw, Iris Nachtegaal.

“Sammy” is in velerlei opzichten een typische blovel. Zoals Nina Amir adviseert, zijn de blogposts kort en is het ritme van publicatie vrij hoog. De blovel is interactief want door twee auteurs geschreven, wat natuurlijk een literaire truc kan zijn; misschien is er maar één auteur, al zijn er wel degelijk stijlverschillen tussen de posts van Anker en Iris. Anderzijds, van interactie met lezers is er geen spoor. Als je op “Recente reacties” klikt gebeurt er niets.  Anker Tong is een schuilnaam –zogezegd om de privacy van zijn gezin te beschermen – dus ook deze blovel heeft een anonieme auteur. Nog iets wat “Sammy” typerend maakt voor digitale literatuur zijn de ongecorrigeerde typ- en taalfouten. Of dit een statement is of gewoon slordigheid kan ik niet uitmaken.

Afgezien daarvan is deze blovel erg goed geschreven. Vooral de posts van Iris geven een diepe inkijk op de leefwereld van een kind dat vandaag ongetwijfeld al vroeg als autistisch gediagnoseerd zou zijn. Ze doet dat zo indringend, poëtisch en meeslepend dat ik reikhalzend uitkijk naar de volgende post.

 

Een andere blovel die me interesseert heet “Heimwee naar morgen”. Vreemd geboeg is de premisse ook hier een manuscript  van een vorige bewoner, gevonden door de blogger, in casu Willy Vandesompele die zich omschrijft als “een gewone bediende”. Inmiddels wellicht met pensioen want de blog ging al van start in 2010. Het “gevonden”manuscript van Astronomes, zoals de vorige bewoner heet, is een trilogie en we zijn nog maar aan het begin van het tweede deel. Het tempo is laks.  In tegenstelling tot Anker Tong treedt Vandesompele Nina Amirs regels met de voeten. De korte regelmaat die zij bepleit is ver te zoeken: soms zijn er maanden tussen de posts. Die posts zijn meestal ook veel te lang volgens Amirs normen.

De “cover” van boek 1 in “Heimwee naar morgen”

Toch heeft deze blovel enkele digitale troeven. Hij bevat honderden illustraties, waaronder ook bewegende beelden (gifs). In sommige posts zijn er meer beelden dan tekst. Verder maakt de auteur vaak gebruik van hyperlinks. Zo zijn er links naar You Tube-clips van de muziek die in het verhaal ter sprake komt. Er zijn ook links naar een prequel en naar diverse zijverhalen die op aparte webpagina’s staan. Dat zijn dingen die in een gedrukt boek niet kunnen.

Er is nog iets wat deze blovel gemeen heeft met een groot deel van de digitale literatuur: een obsessie met seks. Meer dan de helft van de tekst en het meerendeel van de illustraties vallen onder de noemer erotiek. De protagonisten hebben niet alleen veel seks, ze voeren er ook lange gesprekken over. Ze willen het begrijpen. Biologie, psychologie, religie en filosofie komen er aan te pas. Zo dreigt de blovel tussen twee stoelen te vallen. Lezers belust op erotische bevrediging vinden de dialogen wellicht hinderlijk doodgewicht en anderen die graag intellectueel  gestimuleerd worden ergeren zich vermoedelijk aan al dat seksgedoe.

Misschien heeft Vandesompele dat gevaar begrepen: hij heeft de stoelen uiteen geschoven. Het hoofdverhaal is niet meer seks-gedreven (al blijft het over liefde en verlangen gaan) terwijl de erotische avonturen  in een randverhaal  verdergaan. De lezer kan dus kiezen op welke stoel hij of zij wil zitten.

Interactiviteit, collaboratie tussen auteurs en tussen auteurs en lezers, wordt vaak aanzien als het belangrijkste kenmerk van de digitale literatuur. Op dat vlak scoort Vandesompele slecht. Er zijn haast geen commentaren. Nochtans was interactie met lezers een van de vier redenen waarom hij voor het blogformaat koos, zo legt hij uit in zijn “Over”–pagina.  De drie andere zijn de anonimiteit, de illustratiemogelijkheden en de zelf-opgelegde dwang om regelmatig te posten. Ook wat dat laatste betreft is het, zoals bij zovele bloggers, bij goede voornemens gebleven. Nina Amir heeft ongetwijfeld gelijk dat regelmatig posten en reclame maken op de sociale media broodnodig zijn om een bloggend boek een stem te geven die weerklank krijgt.  Blovels zoals “Heimwee…” die deze regels negeren zijn drijfhout in de wijde cyberoceaan.

Wat niet wil zeggen dat het niet de moeite loont om dat drijfhout op te pikken. De blovels die ik in dit stuk vermeld zijn volgens mijn niet-deskundige opinie alle vier aanraders.

Toch nog dit. Wat vele blovels mankeren is de ingreep van een bekwame redacteur. Dat heeft het traditionele boekcircuit dan weer voor op het blog en blook-formaat.  Al zijn er heel wat uitgeverijen van gedrukte boeken waar de redactie minimaal gebeurt (want dat kost geld en de winstmarge is klein), als de redactie serieus wordt genomen dan is het resulterende boek interactiever (want een product van samenwerking) dan blovels die eenzaam tot stand komen.

Vooral “Heimwee…” lijdt onder de afwezigheid van een klankbord. Van iemand die de auteur bijvoorbeeld duidelijk zou maken dat de aanwezigheid van een naakt meisje op een strand illustreren met meer dan 80 prentjes van het goede wel eventjes te veel is.  De blogger amuseert zich maar bezorgt zijn lezers intussen een indigestie.

Een illustratie uit hoofdstuk 72

Op schrijfcursussen in Amerikaanse universiteiten krijgen beginnende auteurs vaak het advies: “Kill you darlings”. Waarmee bedoeld wordt, laat niets staan enkel en alleen omdat je het zo mooi geformuleerd vindt.  Schrap wat niet functioneel is, wat het verhaal ter plaatse doet trappelen.  Ik weet niet of dit advies altijd het juiste is maar het is vaker juist dan niet. Bloggers die per definitie plaats à volonté hebben – geen boom hoeft te sterven voor Vandesompele’s  zondvloed van beelden-  moeten zich nog meer dan traditionele auteurs  van het gevaar van overdaad bewust zijn.

 

Vele blovels eindigen als e-books. De meeste kan men, niet verwonderlijk, gratis downloaden.  Hieronder enkele sites met een ruim aanbod.

http://webfictionguide.com/

http://www.ereaders.nl/gratis_e-books/

http://www.gratispdf.nl/

http://boekenland.wordpress.com/