A 1 hoofddoek

De progressieven en de islam


Door Ico Maly


De weg naar Mekka [een tv-serie van Jan Leyers] heeft niet alleen het grote publiek kennis laten maken met ‘de islam’, het programma zorgde ook voor het opstaan van enkele progressieve, linkse intellectuelen die die monsterlijke islam wilden bestrijden. In een adem probeerden ze hun meer naïeve collega-intellectuelen ter linkerzijde wakker te schudden. Hun oproep was duidelijk: de intelligentsia moeten hun politiek correcte sluiers van onwetendheid afwerpen, en luidkeels erkennen dat de islam het probleem is. Dat lukte voor een deel, want geleidelijk aan ontstond de perceptie van een links anti-islamfront. Jan De Pauw stak van wal in 2007, en vond bondgenoten in Benno Barnard, Geert van Istendael en Johan Sanctorum.

De chronologie van een ‘links front’

Perceptie is dezer dagen veel, zoniet alles. Vandaag is iemand niet meer links omdat hij linkse standpunten inneemt. Iemand is links als hij dat stelt over zichzelf, of als anderen dat zeggen over hem. Dit betekent dus dat iemand die gekend staat als links in de perceptie enkel maar linkse standpunten verdedigt, ook al citeert hij letterlijk uit het partijblad van het Vlaams Belang. Als Wilders beweert dat de islam nazistisch is, dan is dat een (extreem)rechts standpunt. Als Benno Barnard en Geert van Istendael hetzelfde beweren, dan is dat een progressief of zelfs links standpunt. Zo ontstond het beeld van de opstanding van een links front tegen de islam in onze media. Een reconstructie.

De zoektocht naar de gematigde moslim

A 7 turkse

Het eerste wapenfeit van dit ‘links front’ in wording komt van Jan De Pauw, fi losoof en docent aan de Erasmushogeschool in Brussel. Hij is verbolgen dat de Brusselse burgemeester Freddy Thielemans de anti-islambetoging van 11 september 2007 verbiedt. Dat verbod duwt volgens hem ‘… de posities dus verder uiteen. Hij [Thielemans, nvda] holt daarmee een mogelijk middenveld uit, en installeert op sluwe wijze een denken gedomineerd door een dualisme waarin niet ‘zij’ maar ‘wij’ het probleem zijn.’

Volgens De Pauw zijn het niet de organisatoren van die anti-islambetoging die polariseren. Neen, de verbieders van deze betoging zijn de grote provocateurs, de lui die ‘wij’ en ‘zij’ tegen elkaar opzetten en ‘het middenveld’ vermorzelen. De Pauw profi leert zich als deel van ‘dat middenveld’ dat ‘… het toenemende failliet van de moslimgemeenschap in de Europese diaspora op de agenda wil plaatsen…’ Dit middenveld is een tussenstem, die niet wil geassocieerd worden met ‘het extreemrechtse waanidee van de zuiverheid’ maar ook niet met ‘het linkse politiek correcte cultuurrelativisme’. De Pauw zoekt naar bondgenoten in dat middenveld, maar stoot telkens opnieuw op een ‘intellectueel braakland’. Wat dat middenveld dan precies inhoudt, blijft onduidelijk, maar één ding is zeker: de stem van de gematigde moslim speelt er een cruciale rol in. Volgens de fi losoof is die stem de enige manier om aan te tonen dat ‘de sluipende islamisering van Europa’ een leugen is. Zolang we die gematigde moslim niet horen – en die hoort De Pauw nergens – kunnen we niet anders dan besluiten dat die islamisering een feit is.

Maar wie is die onhoorbare gematigde moslim nu eigenlijk? De Pauw laat de ‘kinderen van de Verlichting’ als volgt antwoorden: ‘een gematigde moslim moet zijn religie beperken tot de privésfeer en geen publieke en collectieve claims’ formuleren vanuit zijn geloof. Een moslim, zegt De Pauw, vindt dat de islam ‘(…) een maatschappelijk model is dat ingevoerd moet worden, wil men waarlijk de voetsporen van de Profeet en zijn God volgen. Vandaar het belang van de sharia bijvoorbeeld.’ Hier afstand van nemen is, volgens De Pauw de enige mogelijkheid om het label gematigde moslim te verwerven.

A 2 katholieke zuster

Maar een moslim die dat doet, is geen ‘echte’ moslim meer. De gematigde moslim is in deze cirkelredenering dus niet meer dan een wensdroom. Een illusie van formaat. De essentie van de islam is de letterlijke en fundamentalistische lezing van de Koran. En als je geen pleidooi houdt voor de invoering van de sharia, dan ben je geen moslim. Zo toont De Pauw zich nog orthodoxer dan de meest rabiate islamfundamentalist. Hij installeert een catch 22 en houdt daarmee hetzelfde pleidooi als het Vlaams Belang, dat ‘de gematigde moslim’ een hersenspinsel vindt van de linkse, politiek correcte intellectuelen. Een contradictio in terminis. Geen wonder dat die stem volgens De Pauw oorverdovend stil is. ‘Sinds 11 september 2001 is die gematigde moslim herhaaldelijk aangesproken en verzocht om reactie, standpunt, engagement. De stilte was vooralsnog oorverdovend’, stelt hij.

Dat is nu eens selectieve doofheid. Een hele resem (gematigde) moslims heeft deze en andere terreuraanslagen in naam van de islam uitvoerig en meermaals scherp veroordeeld. Deze doofheid heeft De Pauw gemeen met Siegfried Bracke (VRT), die er na de moord op Theo van Gogh in slaagde om te vragen waar die stem van de gematigde moslims bleef. Nochtans publiceerden die na 9/11, onder meer het boek Breek de Stilte, waarin ze allen die aanslag veroordeelden. Milli Görü? riep op tot een betoging om deze afschuwelijke moord op van Gogh te veroordelen. Ook het Minderhedenforum, Kif Kif, Tarik Fraihi en vele andere organisaties en individuen veroordeelden de moord. Blijkbaar horen die niet tot de gematigde moslims. Niet moeilijk dat De Pauw de hoop heeft opgegeven dat er eens een zal opduiken. In zijn opgebouwde redenering bestaan geen gematigde moslims.

Bericht aan weldenkend links

A 4 Beatrix

Dit was maar een voorproefje, het echte schot voor de boeg werd gelanceerd door Benno Barnard en Geert van Istendael in hun opiniestuk “Bericht aan weldenkend links”. Dat trok een ganse polemiek in De Standaard op gang, waarin Herman De Ley, Mia Doornaert, Jan De Pauw, Walter Zinzen en Henk De Smaele zich mengden. Opvallend was de brede consensus tussen Barnard, van Istendael, De Pauw en Doornaert. Dit waren de kiemen van het ‘links front’ dat enkele maanden later met veel tamtam in onze kranten werd aangekondigd. Meer dan de moeite dus om deze consensus eens van dichterbij te bekijken.

Barnard en van Istendael halen in hun opiniestuk de hoofddoek terug van stal, net als ‘de linkse intellectueel die de islam de hand boven het hoofd houdt’. Hun betoog gaat als volgt: als het over de islam gaat, blaken vele linkse intellectuelen van onwetendheid. Dat is ook de reden waarom ze de hoofddoek, ‘de mildste vorm van terrorisme’, verdedigen. Zij moeten dringend ‘het wezen van de islam’ bestuderen, dan zouden ze niet voor die verdomde religie opkomen.

Wat is nu dat wezen van de islam? Beide heren lijsten een reeks elementen op. We overlopen ze even.

Ten eerste: ‘de islam verkondigt een volstrekt andere visie op de religieuze en politieke werkelijkheid dan het jodendom en het christendom. Het allerfundamenteelste verschil is de theologische kern: de god van het christendom en jodendom is onderworpen aan gerechtigheid. Allah is boven alles verheven, inclusief de gerechtigheid’.
Ten tweede: ‘de moderne islam is diepgaand door het nazisme geconditioneerd, onder meer via het Egyptische Broederschap. Die beweging heeft zich in de jaren dertig rechtstreeks door Mein Kampf laten beïnvloeden en is zelf weer de inspirator geworden van Al Qaeda, Hamas en aanverwante gezelligheidsverenigingen.’
En ten derde: ‘Al Qaeda en de sharia zijn logische consequenties van de versteende godsdienst die islam heet en die zich al duizend jaar met hand en tand verzet tegen iedere vrije interpretatie van de geopenbaarde teksten. Dit alles leidt ertoe dat de islamiet anders, maar dan ook werkelijk totaal anders denkt dan een welwillende, linkse, antikatholieke Vlaamse intellectueel.

De kloof tussen de nazistische islam en de verlichte Europese maatschappij staat centraal bij Barnard en van Istendael. Europa, en dan zeker ‘die almachtige linkse intellectuelen’, dienen in te zien dat de islam een bedreiging is voor onze vrijheden.

A 3 Fabiola

Maar hun vurig pleidooi om ‘het wezen van de islam’ te bestuderen, is tevens een pleidooi om de ogen van de realiteit af te wenden. Om puur te kijken naar wat de Koran ons vertelt. Ook deze auteurs zitten, net als De Pauw, op dezelfde lijn als de islamfundamentalisten: de letterlijke interpretatie van de Koran geeft ons meteen ook een blik op de ziel van alle moslims. Ook Barnard en van Istendael verzetten zich tegen een vrije interpretatie van de geschriften en gaan zo voorbij aan het bestaan van verschillende stromingen en interpretaties (die bijvoorbeeld rechtvaardigheid centraal stellen). Hoe moslims in werkelijkheid omgaan met deze teksten is van geen tel, want ‘de versteende godsdienst die islam heet’, verzet ‘zich al duizend jaar met hand en tand … tegen iedere vrije interpretatie van de geopenbaarde teksten’. Vreemd genoeg is die ‘versteende’ islam wel ‘diepgaand door het nazisme geconditioneerd’. Tenzij het nazisme meer dan duizend jaar oud is, is dit toch wel een contradictie van formaat. Maar de boodschap is duidelijk: elke moslim draagt het wezen van de islam in zich, en die islam is diepgaand geconditioneerd door het nazisme. Ergo, elke moslim is eigenlijk ook een nazi, én een gigantische bedreiging voor de waarden van het verlichte Europa.

Het ontstaan van een bondgenootschap

Herman De Ley is de eerste in rij die reageert en wijst op de contradicties, de ongefundeerde en foute generalisaties, en de blinde vlekken in het discours van Barnard en van Istendael. Bovendien benadrukt hij het gevaar van dit opiniestuk. Dat schiet in het verkeerde keelgat bij Mia Doornaert, de barones van de botsende beschavingen. Meteen haalt ze haar bekende krachttermen boven: ‘Herman De Ley gebruikt alle stalinistische ‘truken (sic) van de foor’ in zijn aanval op Benno Barnard en Geert van Istendael.’ Nadat ze subtiel suggereert dat De Ley al langer gekend zou staan als antisemiet, steekt ze weer van wal tegen de ‘islamofobie’ en de gelijkschakeling van dat begrip met antisemitisme en racisme. Antisemitisme is voor haar racisme tegen joden. Islamofobie kan geen racisme zijn, want moslims zijn geen ras, in tegenstelling tot joden. Niet alleen ziet ze, in de ware traditie van het oude racisme, joden als een ras, ze zet bovendien de poorten wijd open voor islamofobie. Eindigen doet ze met de voor haar weinig verrassende vaststelling dat linksen en moslimfundamentalisten bondgenoten zijn in de strijd tegen het Westen. Iedereen die niet stelt dat de islam één monolithisch blok is dat Europa wenst te vernietigen, is blijkbaar een vijand van Europa.

Ook Jan De Pauw komt opnieuw tussenbeide, deze keer onder de titel “Dovemansgesprek in de islamdialoog”. Door de woordenstrijd tussen De Ley, Barnard en van Istendael als een dovemansgesprek te omschrijven, positioneert De Pauw zich terug als een bezorgde maar neutrale burger. In werkelijkheid schiet hij één partij ter hulp: ‘Barnard en van Istendael formuleren een paar partiële, maar wel scherpe én rake bedenkingen bij de islam (…)’. Dat deze bedenkingen ontsnapt zijn uit een Vlaams Belangblaadje is blijkbaar geen probleem. Kop van jut is opnieuw De Ley, die verweten wordt ‘zijn oude denkpatroon ten aanzien van de islam’ te herhalen en wiens ‘blinde verontwaardiging strategisch misplaatst is’.

A 6 Ortodoxe joden

Wat is nu dat oude denkpatroon? Volgens De Pauw is dat de zinloze bevinding van de godsdienstwetenschappen dat er geen essentie is en dat ‘de’ islam niet bestaat, maar dat er een veelheid van interpretaties en belevingen van voorkomen. De Pauw vindt dit fout, en stelt dat er wél een essentie van de islam is: de Koran. Er mogen dan wel verschillen in beleving en overtuiging zijn tussen moslims, de essentie (wat in de Koran staat) delen ze volgens De Pauw allemaal. Als je dus de moslim wil kennen, dan moet je de Koran bestuderen.Want de inhoud van dat boek blijft onaantastbaar, ongeacht de interpretaties.

De perceptie van een links front

In wezen verschilt het discours van deze ‘linkse’ schrijvers niet van de standpunten van Wilders of van het extreemrechtse Vlaams Belang. Ook Wilders stelt dat de islam het nieuwe nazisme is. Ook extreemrechts kijkt enkel door een statische culturele bril om ‘ons’ en ‘de Ander’ als compleet anders voor te stellen, en de botsing der beschavingen in onze geesten te rammen. Ook het Vlaams Belang en Wilders zijn de mening toegedaan dat de islam niet alleen een versteende godsdienst is, maar ook het fundament is van het terrorisme. Ook het Vlaams Belang meent dat de hoofddoek gelijkstaat met onderdrukking. We kunnen eindeloos doorgaan. Barnard en van Istendael verkopen in hun opiniestuk identiek hetzelfde discours als het Vlaams Belang en Wilders. Enkel de zender verschilt. En net die zender is belangrijk in de perceptie. Veel lezers dachten: dit is een links discours, puur en alleen omdat de auteurs zich als links bestempelen. Jan De Pauw stelt het als volgt:

‘… dit is geen ruk naar rechts, maar een herclaimen van het midden. (…) Belangrijker dan de snedigheid van hun woorden [van Banard en van Istendael, nvda], is het feit dat ze worden geformuleerd ter linkerzijde van het maatschappelijk veld. Hiermee wordt alvast een aanzet geleverd om de prooi te onttrekken aan de klauwen en tanden van Vlaamse leeuwen.’

Het is natuurlijk een feit dat de islam nog steeds ‘een prooi’ is, dan wel niet langer exclusief voor het Vlaams Belang, maar nu blijkbaar ook van ‘linkse intellectuelen’. Niet het discours over ‘die monsterlijke islam’ is veranderd, wel degene die het uitspreekt. De prooi is nu voor meerdere stemmen loslopend wild waarop vrij mag, of zelfs moet, geschoten worden.

A 5 hoofddoekje

In de perceptie was een ‘links front’ geboren. Met de essaybundel De islam in Europa: dialoog of clash onder redactie van Johan Sanctorum zou dit bondgenootschap nog een staartje krijgen. Niet alleen De Pauw, Barnard en van Istendael waren van de partij, ook Rik Pinxten, Ludo Abicht en Mimount Bousakla werden overhaald om een stukje te plegen. Meteen was de illusie compleet: dit moest wel het werk zijn van progressieven. Brussel deze week kondigde het boek aan met de sprekende kop: ‘De islam: zeven progressieven zwijgen niet langer’. De Standaard signaleerde het als een bundel van acht essays ‘… over de botsing van waarden tussen de islam en de westerse moderniteit’. Zo werd gesuggereerd dat alle auteurs het eens waren met de these van die botsing. Ten onrechte. Het boek bevatte verschillende contradictorische stemmen. Pinxten en Abicht staan diametraal tegenover Barnard en van Istendael. Bousakla houdt een warm pleidooi voor het moslimfeminisme, geïnspireerd door Kahdija, de eerste vrouw van de profeet Mohammed. Van Istendael gaat hier tegen in, en focust op de dwang en onderdrukking die eigen is aan alle wereldgodsdiensten en aan de islam in het bijzonder. De Pauw analyseert dan weer enkele fatwa’s van islamonline, en herhaalt dat we de ‘essentie van de islam’ moeten bestuderen. En terwijl Barnard een vurig en persoonlijk pleidooi houdt voor ‘een Europa dat zijn joods-christelijke roots koestert’, pleit Sanctorum voor het permanent doodverklaren van God, voor een radicaal atheïsme en een Europese cultuur die niet moet verdedigd worden, maar zich constant moet opheffen.

Het boek herbergt met andere woorden een enorme diversiteit aan analyses en meningen. Dit blijft afwezig in de berichtgeving. Hierdoor krijgt de nieuwsconsument onvermijdelijk het idee dat alle auteurs behoren tot een ‘links front’ tegen ‘de islam’. Dat is een gevolg van de promotie-acties rond het boek.

Dit is een voorpublicatie uit het boek van Ico Maly ‘De beschavingsmachine, Wij en de islam’, EPO 2009, ISBN 978 90 6445 229 1. Het boek verschijnt 22 september.

A 8 Leterme in Vietnam

ONDERSCHRIFT BIJ ALLE FOTO’S HIERBOVEN (niet uit het boek):

Wat mensen zoal op hun hoofd zetten, om niet te spreken over wat ze erin laten stoppen (jc)